‘Ons eerste huis was een etagewoning aan de Persoonshaven in Rotterdam-Zuid’, vertelt Schalk. ‘In die tijd gingen de meeste pasgetrouwde stellen noodgedwongen inwonen. Het was een klein huisje, maar we waren zo blij dat we ons eigen plekje hadden.’ Toen hun eerste zoon werd geboren, gingen ze op zoek naar iets groters. Zo belandden ze in Prinsenland. Ina herinnert zich dat er een maatschappelijk werker van Volkswoningen bij hen kwam kijken aan de Persoonshaven. ‘Ze keek zelfs in de kasten! Zo werd toch even gekeken of we wel nette mensen waren.’ Al ging de huur van 27 naar 190 gulden in de maand, Ina en Schalk aarzelden geen seconde. ‘Het was nog een kale boel hier. Maar de flat vonden we prachtig.’ Zijn schoonmoeder niet, voegt Schalk er grinnikend aan toe. ‘Die vond het maar konijnenhokken.’
‘Ik ben iemand die in actie komt’
In 1977 was hij een van de oprichters van de Huurdersvereniging Alexanderpolder. ‘Vanwege achterstallig onderhoud gingen de flats hard achteruit. En ik ben iemand die in zo’n geval niet alleen maar gaat klagen. Ik kom in actie.’ Een van de oorzaken was dat er veel leegstand was. In Ommoord, Zevenkamp en Oosterflank werden nieuwe huizen gebouwd. Veel bewoners trokken daarnaartoe. ‘Wij zijn zelf ook bijna verhuisd, naar de Cimbaal in Zevenkamp’, zegt Schalk. ‘We hadden de spullen al ingepakt. Maar op de tekening zag het er mooier uit dan in het echt. En het was laagbouw, terwijl je hier zo’n prachtig uitzicht hebt. Op het allerlaatste moment besloten we toch niet te gaan. Tot grote vreugde van onze zoons, die hier veel vriendjes hadden. Die stonden te juichen tussen de verhuisdozen!’
Graffiti
Toch was het woonplezier beduidend minder, in die eerste helft van de jaren tachtig. ‘Er stonden wel vijftig woningen leeg. Er waren problemen met de politie, overal zat graffiti. En Volkswoningen knapte de zaak niet op. U bent geen sociale woningstichting, zei ik bij een bijeenkomst tegen de directie, u bent een a-sociale woningstichting. We schreven brieven naar de deelgemeente en allerlei instanties. In 1987 kwam er een nieuwe directie. Die ging gelukkig meteen met ons aan de slag. Toen zette de verbetering in.’
‘Er is echt naar ons geluisterd’
Schalk is nog altijd vice-voorzitter van de huurdersvereniging. ‘Er gaat nog wel eens iets mis hier in de buurt. Overlast van sommige bewoners, of rondslingerend afval. Als ik iets niet goed vind, dan doe ik er iets aan. Dat heb ik altijd gehad. Als je overlegt, kan er veel worden opgelost. Zo zat ik jaren in het overleg Duurzaamheid. We waren hartstikke kritisch, maar gelukkig werd dat gewaardeerd. Er is echt naar ons geluisterd. Samen kom je tot de beste oplossingen. De flats zijn nu prachtig opgeknapt en duurzaam gemaakt, met dubbel glas en goede isolatie.’